Piercing laten zetten, hoe gaat dat in zijn werk?
De meeste piercings worden gezet met een infuusnaald.
Eerst maken we de huid schoon met een goede ontsmettingslotion.
Bij een tongpiercings spoelt de klant eerste met een sterke mondspoeling.
Daarna wordt er een stipje of streepje gezet waar de piercing moet komen.
Dit natuurlijk om ervoor te zorgen, dat de piercing er recht in komt en niet te strak of te los. De klant geeft uiteindelijk de goedkeuring als dit de gewenste plek is.. Als dit allemaal goed is mag de klant gaan liggen en wordt de tang erop gezet. Indien dit bij deze piercing van toepassing is.
Als de tang er goed op zit, dan wordt de huid gepierced met de naald. Om de naald zit een canule, een klein buisje die tijdens het piercen in de huid blijft zitten. De naald haal je eruit en knipt het uiteinde van de canule eraf, zodat de tang eraf kan. Het sieraad gaat in de canule en haalt hem dan door het lichaam. Zo voorkom je dat het sieraad ‘verdwaald’ raakt in het lichaam. Daarna alleen nog het balletje erop draaien en de piercing is klaar!
Doordat ik met infuusnaalden werk kan iedere naald maar één maal gebruikt worden, je bent er dus zeker van dat jouw piercing steeds met een nieuwe steriele naald gezet wordt.
De dermal anchor zetten wij op een andere manier:
Je ziet ze tegenwoordig steeds meer. Zo’n mooi steentje op verschillende plekken op het lichaam of verwerkt in een tattoo.
Hoe wordt dat nou gezet? Het implantaat wat onder de huid komt, bestaat uit een plat staafje met gaatjes met daaraan een stokje waar een mooi steentje op gedraaid kan worden. De gaatjes in het staafje zitten er, zodat het sieraad goed blijft zitten in de huid. Het moet namelijk echt vastgroeien aan je huid. Er wordt een klein gaatje maakt met een Biopsy Punch. Veel mensen vergelijken dit met een heel klein appelboortje. Daarna wordt het staafje met het lange stukje in de huid gezet en het kleine stukje erin gewipt. Dan zit hij erin. Maar dat betekent niet dat hij al gelijk goed vast zit. De huid heeft echt 2 tot 4 maanden nodig om het vast te laten groeien. Daarna mag er pas eventueel een ander steentje erop.
Het kan ook zijn dat jouw lichaam het afstoot. Jouw lichaam werkt het staafje er dan zelf uit. Hij zal eerst het kleine stukje omhoog duwen totdat die weer zichtbaar is en dan kun je hem er zo uit pakken.
Na het zetten wordt je verteld hoe je de piercing moet verzorgen en waar je op moet letten.
Waar je op moet letten:
Hygiëne is bij het aanbrengen en verzorgen van piercings van groot belang om infecties en ontstekingen te vermijden. Bovendien bestaat het risico dat zenuwen beschadigd worden. Volgens een onderzoek van de Britse Health Protection Agency (HPA) en de London School of Hygiene & Tropical Medicine zouden één op drie mensen met een piercing een arts moeten raadplegen, en één op honderd moet zelfs in het ziekenhuis worden opgenomen. In Nederland zouden bij 10 tot 25% van de piercings infecties optreden en 7% van alle mensen die een piercing laten zetten, moeten uiteindelijk naar de huisarts. In ons land zijn geen cijfers bekend over complicaties van piercings.
De mogelijke complicaties zijn sterk afhankelijk van de plaats waar de piercing wordt aangebracht. Vooral piercings in de tong, lippen en wangen houden een aantal risico’s in en worden daarom eerder afgeraden. Maar ook elders kunnen piercings complicaties geven.
Waar kan een piercing gezet worden?
Een piercing kan op bijna op elke plaats op uw lichaam gezet worden. Hieronder volgt een (onvolledige) lijst van lichaamsdelen die u kunt laten piercen.
• oorlel
• aan de rand van de oorschelp (concho piercing)
• in de plooien in het oor (helix piercing)
• bij de ingang van de gehoorgang (trachus piercing)
• bij de wenkbrauw
• in de neusvleugel
• in het neustussenschot (septum piercing)
• neusbrug, tussen de ogen (bridge of earl)
• in de wang
• schuin boven de bovenlip (madonna of monroe piercing)
• midden boven de bovenlip (medusa pf Philtrum piercing)
• dwars door onderlip (eskimo piercing, labret piercing)
• in de tong
• in het riempje tussen de boventanden en de bovenlip (smiley)
• in het riempje tussen onderlip en tanden (Frowny)
• door de tepel
• in de navel
Geslachtsdelen bij vrouwen
• horizontaal of vertikaal in het stukje huid dat over de clitoris heen ligt (clitoriskapje of clithoodpiercing)
• horizontale piercing achter de clitoris (triangle)
• door de clitoris (Isabella)
• door de binnenste en/of buitenste schaamlippen
• vertikaal vanaf de venusheuvel tot het begin van de buitenste schaamlippen (Christina)
• aan de achterzijde van de vagina, op de plek waar de kleine schaamlippen samen komen, door het huidflapje vanaf de vagina tot het gebied tussen vagina en anus (fourchette)
Geslachtsdelen bij mannen
• door de voorhuid
• horizontaal of vertikaal door de eikel (resp. ampallang en apadravya)
• door de rand rondom de eikel (dydoe)
• door het stukje huid tussen eikel en voorhuid aan de onderzijde van de penis (frenum)
• door de huid op de grens tussen penis en scrotum aan de onderzijde van de penis (lorum)
• aan de bovenzijde van het scrotum aan een- of weerszijden van de penis (hafada)
• vanaf de onderkant van de eikel door de plasbuis (prince Albert) of aan de bovenkant van de eikel (reverse prince Albert)
• door het gebied tussen penis en anus (guiche)
Af te raden piercings
Het Nederlandse Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid raadt volgende piercings af:
• Piercings in de vlakke huid (surface piercings) zoals op de armen, borst, nek, voorhoofd etc. Deze genezen moeilijk en zullen bijna altijd uitgroeien.
• Een tepelpiercing bij meisjes met onvolgroeide borsten.
• Een piercing overdwars in de tong omdat de kans erg groot is dat er bloedvaten worden geraakt.
• Een piercing tussen duim en wijsvinger geneest zeer slecht vanwege de bewegelijkheid van de hand.
• Een piercing in de wang: er ontstaat vaak een kuiltje.
• Alle piercings in de buurt van belangrijke zenuwen en grote (slag)aders.
• Alle piercings op plaatsen waar zich bulten, donkere moedervlekken, zwellingen of andere vormen van irritatie voordoen.
• Alle piercings op plaatsen waar u plastische chirurgie of radiotherapie hebt ondergaan.
• Clitorispiercings: een clitorispiercing groeit vaak uit en er bestaat een grote kans dat zenuwen beschadigd worden waardoor de clitoris ongevoelig wordt. Deze piercing mag alleszins alleen uitgevoerd worden wanneer de clitoris voldoende groot is.
Risico’s van piercing
• Een van de meest voorkomende complicaties is een lokale huidinfectie Dit treedt bij 10 tot 25% van alle piercings op. Wanneer de piercing in een gebied wordt geplaatst waar van nature veel bacteriën voorkomen (mond, neus, geslachtsdelen) is de kans op infectie groter dan wanneer bijvoorbeeld een piercing de oorlel wordt aangebracht. Ook het met de hand aanraken van de piercings kan de kans op een ontsteking verhogen.
• Elke ingreep waarbij de huid doorboord wordt, verhoogt de kans op besmetting met virussen die door bloed worden overgedragen, zoals hepatitis B en C, HIV. Daarom moeten de hygiënemaatregelen strict worden angeleefd.
• Als het kraakbeen in de neus of het oor doorboord werd, bestaat de kans op een kraakbeeninfectie. Dat geneest moeilijk omdat kraakbeen geen bloedvaten heeft, waardoor geneesmiddelen niet ter plaatse raken. Een ernstige misvorming kan het gevolg zijn.
• Langdurige bloedingen: als tijdens het piercen een bloedvat wordt geraakt, kan er een langdurige bloeding met ernstig bloedverlies optreden. Dit gebeurt vooral bij piercings in de mond.
• Wordt een zenuw geraakt tijdens het piercen, dan kan permanente gevoelloosheid (bijvoorbeeld van de lip, tong of clitoris) of een verlamming (bijvoorbeeld het afhangen van een wenkbrauw bij een wenkbrauwpiercing) het gevolg zijn.
• Piercings kunnen een allergie veroorzaken. Dat geldt vooral maar niet uitsluitend wanneer goedkope juwelen worden aangebracht met een hoog nikkel- of kobaltgehalte. Metalen die niet of nauwelijks met hun omgeving reageren en een glad oppervlak hebben, zoals titanium, niobium en goud, zijn veiliger.
• Lelijke littekens. Littekenweefsel en in het bijzonder keloïdkan ontstaan op de plaats van de piercing.
• Pijn en zwellingen: Een beetje zwelling is een normaal onderdeel van het genezingsproces. Bij piercings in de mond kan een sterk opgezwollen tong de luchtwegen blokkeren en de ademhaling bemoeilijken.
• Beschadigde tanden en kiezen: door contact met de metalen piercings kunnen er splintertjes losraken of kan een tand of kies breken. Ook gerestaureerde tanden, bijvoorbeeld met een kroon of een schildje, kunnen door mondpiercings worden beschadigd.
• Beschadigd tandvlees: tandvlees kan door de piercings beschadigd raken of worden teruggedrongen. Terugwijkend tandvlees ziet er niet alleen onaantrekkelijk uit, maar kan ook leiden tot tandwortelbederf en tandvleesaandoeningen.
• Beperking van de mondfunctie: sieraden in de mond kunnen leiden tot overmatige speekselvorming, problemen met het uitspreken van woorden en moeite met kauwen en slikken.
• Scheuren: de piercing kan ergens aan vastraken, waardoor de huid verder inscheurt. Dat risico is het grootst als de piercing nog nieuw is.
• Bij het piercen van de penis kan irritatie door wrijving ontstaan, scheuren van de urinebuis, vastzitten van de voorhuid…
• Bij het piercen van de tepels kunnen problemen met borstvoeding ontstaan door beschadiging van de melkkanaaltjes.
• Endocarditis: piercings in de mond geven een risico op endocarditis, een ontsteking van de hartkleppen en de binnenwand van het hart. De wond die tijdens het aanbrengen van de piercing ontstaat, geeft bacteriën de kans in de bloedsomloop te komen, waardoor ze het hart kunnen bereiken. is een zeldzame, maar ernstige, complicatie en is vooral een risico voor mensen met een aangeboren hartafwijking. Het plaatsen van piercings bij mensen met een verhoogd risico op endocarditis wordt door cardiologen dan ook sterk afgeraden.
Waarop moet u letten wanneer u een piercing laat plaatsen?
Een piercing laten plaatsen is nooit zonder risico. Bovendien blijft er altijd een litteken als u de piercing na verloop van tijd wilt verwijderen. Beslis dus zeker niet impulsief of onder invloed van drank of drugs, maar denk eerst goed na of u de piercing (of tatoeage) echt wel wil. Het is in ons land trouwens verboden om een piercing (of tatoeage) te plaatsen bij iemand die zichtbaar onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen is.
Als u toch een piercing wilt, moet u alleszins een aantal voorzorgsmaatregelen nemen om de risico’s te beperken. In België en Nederland gelden strenge regels voor piercings. Respecteer deze regels, ook als u op vakantie in het buitenland een piercing laat aanbrengen.
1. Informeer u vooraf
Informeer u vooraf en kies zorgvuldig de persoon die de piercing zal uitvoeren. Ga bijvoorbeeld op de internetsite van de shop kijken, ga langs bij enkele shops en stel alle vragen die u hebt over de hygiëne, het aanbrengen van de piercing, de verzorging, de opvolging van de ingreep, het onderhoud en de eventuele risico's. enz.
Enkele zaken waarop u zeker moet letten:
• Heeft de shop een registratienummer van het Ministerie van Volksgezondheid? In Nederland moet elke piercer een vergunning van het plaatselijke GGD hebben (zie: www.veiligtatoeerenenpiercen.nl/). Indien uitsluitend gaatjes worden geprikt in de oorlel, dan is geen vergunning vereist.
• Beschikt de shop over het “Belgian Hygiëne Quality Label”? Er bestaat sinds enkele jaren een ‘gemeenschappelijke code van goede praktijk’ die werd opgemaakt tussen beroepsorganisaties van tatoeëerders en piercers met de verbruikersverenigingen en het ministerie van volksgezondheid. De shops die zijn aangesloten bij het “Belgian Hygiëne Quality Label” zijn herkenbaar door een sticker of de tekst van de code in hun etalage. Dat mag u enigszins als een garantie beschouwen dat er volgens de regels wordt gewerkt.
Voor meer info: www.tattoo.be
• Het lokaal waar de bodypiercings gebeuren, mag alleen daarvoor bestemd zijn. Er mag niet worden gerookt noch alcohol worden geconsumeerd in de werkruimte. Dieren zijn evenmin toegelaten. Ziet het lokaal en het materiaal er verzorgd en proper uit? De muren, de vloer en alle meubels moeten gemakkelijk afwasbaar zijn en gemakkelijk kunnen ontsmet worden. Is er een wastafel met een kraan met voet- of elleboogpedaal, of met een infraroodbediening aanwezig?
• Wordt er gewerkt met voorverpakt, steriel materiaal? In de shop moet er een autoclaaf (steriliseermachine) zijn.
• Ziet het personeel er verzorgd uit: bv. kortgeknipte nagels, kort of opgebonden haar, geen ringen of andere juwelen…
2. Geen ambulante piercings of tatoeages
In België moeten piercings (en tatoeages worden uitgevoerd in speciaal daarvoor bestemde ruimten, en zijn ambulante piercings (bijvoorbeeld op een muziekfestival, een eroticabeurs of een markt) verboden.
3. Laat liever geen piercing aanbrengen of raadpleeg alleszins vooraf een arts indien
• u zwanger bent of op korte termijn zwanger wilt worden;
• lijdt aan hemofilie of een andere bloedstollingsziekte of geneesmiddelen moet nemen die de bloedstolling beïnvloeden;
• aan een verminderde immuniteit (ook ten gevolge van geneesmiddelen) of indien u herhaaldelijk infecties krijgt;
• aan een allergie (bv. aan nikkel, latex);
• aan een huidaandoening;
• aan een hartziekte;
• aan diabetes.
4. Informatie en toestemming
U moet vóór de behandeling mondeling en schriftelijk geïnformeerd worden over de mogelijke risico’s en complicaties, de genezingstijd, wat u niet mag doen tijdens de genezingsperiode en de naverzorging.
Vóór het aanbrengen van de piercing moet u een document ondertekenen waarin u toestemming geeft.
Breng de piercer op de hoogte van eventuele problemen (geneesmiddelengebruik, epilepsie, allergie…).
5. Hoeveel piercings?
Tijdens eenzelfde sessie kunnen meerdere piercingsaangebracht worden. Aangeraden wordt om tijdens één enkele sessie liefst niet meer dan drie à vier piercngs te laten aanbrengen. Meer piercings vertraagt de genezing en verhoogt de kans op complicaties.
6. Zorg ervoor dat u de avond voor het plaatsen van de piercing geen alcohol drinkt of drugs gebruikt, want dan kunt u meer bloeden en uw huid is gevoeliger.
7. Pijnstilling
Een piercing kan pijnlijk zijn wanneer de huid doorboord wordt.
Degene die de piercing zet, heeft geen medische opleiding gehad en is dus geen arts. Hij mag u dan ook niet verdoven door een inspuiting te geven. Wel toegelaten is een pijnverdovende gel, spray, crème of pleister die u bij de apotheker kunt kopen.
• Lidocaïne/prilocaïne (Emla) crème of pleister mag niet gebruikt worden rond de ogen.
• Er mag niet worden gepierced terwijl de zalf nog op de huid zit.
• Koudspray werkt zeer oppervlakkig en heeft weinig effect. Indien het te dicht op de huid of te veel wordt gebruikt kunnen er vriesblaren (vergelijkbaar met brandblaren) ontstaan. Gebruik de spray in geen geval in het gezicht of op de genitaliën.
• Gebruik geen pijnstillers op basis van acetylsalicylzuur (aspirine) bevatten omdat deze een bloedverdunnende werking hebben.
• Blijf na het piercen even liggen of zitten, zeker indien u bleek wordt en begint te zweten. Dat kan erop wijzen dat u dreigt flauw te vallen. Ga dan even liggen met de benen iets hoger.
8. Het juweel moet van chirurgisch staal, titanium, niobium of goud zijn (nooit zilver!) om allergieën of infecties te vermijden. nieuw flexibel plastic PTFE
Het moet vanzelfsprekend perfect steriel zijn.
• Kies een sieraad met de juiste diameter of lengte en dikte. Dit is afhankelijk van de te piercen plek. Te krappe of te wijde sieraden geven meer complicaties. Een staafje moet tenminste 1,5 mm aan weerszijden uitsteken en bij een tongpiercing zelfs 8 tot 9 mm (in verband met hevige zwelling).
• Gedragen juwelen mogen nooit worden gebruikt om een nieuwe piercing te plaatsen, zelfs niet als ze gesteriliseerd zijn, en ook niet op de persoon die ze eerder heeft gedragen. Gedragen juwelen mogen enkel worden gebruikt in een volledig genezen piercing bij de persoon die ze eerder heeft gedragen.
• Wanneer de piercing genezen is, kunt u ook juweeltjes in acrylic, pyrex, plastics en hout nemen. Gebruik nooit zilver, nikkel of koper in piercings.
Hygiënevoorschriften
De piercing moet in strikte hygiënische omstandigheden uitgevoerd worden. Dat betekent onder meer:
• De piercer moet de handen wassen met antibacteriële zeep en een nieuw paar wegwerphandschoenen aantrekken. De nagels moeten kortgeknipt zijn en de piercer mag geen ringen of andere juwelen dragen.
• De plek waar de piercing door de huid komt wordt ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel (geen alcohol!) en gemarkeerd met behulp van tandenstokers en antiseptische vloeistof (bv. gentiaanviolet of betadinejodium) bij slijmvlies of een marker die wordt ontsmet bij gave huid.
Bij het markeren van een tongpiercing wordt het best gebruik gemaakt van een zogenaamde ocelator (een lampje) om de tong door te lichten zodat wordt voorkomen dat een ader wordt aangeprikt.
• De naalden die gebruikt worden om de piercing te zetten en al het materiaal dat de huid binnendringt moet van eenmalig gebruik en steriel verpakt zijn. Al het materiaal dat in contact komt met de huid (tangen, klemmen, schaar...) moet steriel zijn.
• Bij het wisselen van sieraden moeten dezelfde hygiëneregels in acht worden genomen als bij het aanbrengen van een piercing.
• Behalve voor het doorboren van de oorlel, mag in België nooit een ‘schietpistool’ worden gebruikt. In Nederland mag een schietapparaat ook worden gebruikt om het kraakbeen van het oor of van de neusvleugel te piercen. Alleen apparaten waarbij het juweel rust op een standaard voor eenmalig gebruik zijn toegeaten. Plastic apparaten die niet kunnen gesteriliseerd worden, mogen niet worden gebruikt.
Geen piercing tijdens zwangerschap
Indien u zwanger bent of op korte tijd zwanger wilt worden, dan wacht u het best tot na uw zwangerschap om een piercing of tatoeage te laten plaatsen. Dat geldt zeker voor een tepel-, navel- of genitale piercing. Bij een tepel- of navelpiercing moet u minstens één jaar wachten om zwanger te worden omdat de genezing zo lang kan duren. Ook wanneer u borstvoeding geeft, mag u geen tepelpiercing laten plaatsen.
Wacht na de bevalling enkele maanden vooraleer u een genitale piercing laat plaatsen.
Indien u al een piercing hebt en zwanger bent, dan kunnen piercings problemen geven.
• De zwangerschap kan een heftige reactie geven op het sieraad wat gedragen wordt. In dat geval moet u de piercing verwijderen.
• Indien de piercingwonde nog niet volledig genezen is als u zwanger wordt, dan kan de genezing langer duren. U moet de wonde dan extra goed verzorgen. Laat ze ook geregeld controleren door uw behandelende arts.
• Omdat de buik en de borsten groter worden, kan een tepel- of navelpiercing sterk onder druk komen en scheuren. Ook de schaamlippen worden tijdens de laatste zwangerschapsweken dikker. Vervang het juweel eventueel door een grotere maat, of gebruik een juweel uit soepel plastic PTFE.
• Indien u de navel- of tepelpiercing tijdens uw zwangerschap uitlaat, is de kans groot dat het gaatje geheel of gedeeltelijk terug dichtgroeit. Ook kan de piercing na de bevalling een andere stand aannemen.
Bevalling
Genitale piercings moeten tijdens de bevalling verwijderd worden, onder meer om uitscheuren te voorkomen. Wacht enkele dagen om het juweel terug aan te brengen. Na de bevalling is de kans groot dat het juweel niet kan teruggeplaatst worden.
Borstvoeding
Als de tepelpiercing op de juiste plaats is gezet (op de rand van de tepel en tepelhof), dan is het meestal geen enkel probleem om later borstvoeding te geven. Menselijke tepels hebben acht tot twaalf melkkanaaltjes. Het is daarom onwaarschijnlijk dat een goed genezen piercing al deze kanaaltjes blokkeert. Sommige vrouwen met tepelpiercings hebben wel een verminderde melkproductie, mogelijk door geblokkeerde melkkanalen.
• Indien de wonde nog niet volledig genezen is, zal u wellicht geen borstvoeding kunnen geven. Bespreek dit met uw arts.
• Als de wonde wel volledig genezen is, is er meestal geen probleem. Verwijder het sieraad natuurlijk wanneer u borstvoeding geeft, en plaats het na de borstvoeding terug. Reinig de tepelring of –staafje 2 x per dag in een zoutwateroplossing.
Het kan zijn dat het steeds verwijderen van het sieraad de tepels irriteert. In dat geval is het raadzaam om het sieraad uit te laten.
• Als u het sieraad weglaat tot uw kindje is gespeend, is het mogelijk dat zelfs een volkomen genezen piercing dichtgroeit. Als een gaatje volledig dichtgroeit, wacht dan minimaal drie maanden voordat u op die plek opnieuw een piercing laat plaatsen.
• Als u een tepelpiercing hebt en geen borstvoeding geeft, bestaat de kans op stuwing en verstopping van de melkkanalen.
• Vermijd een BH deze tijd in verband met teveel druk op de piercing en de melkgaatjes.
Hoe een piercing verzorgen?
Het plaatsen van een piercing vraagt steeds een periode van genezing en goede verzorging. Ook nadat de wonde is genezen, moet u een aantal voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
Tijdens de genezingsperiode
Persoonlijke hygiëne is tijdens de genezingstijd van de piercing absoluut noodzakelijk. De piercing moet worden beschouwd als een wonde en als zodanig behandeld worden.
De genezingsduur variëert van persoon tot persoon en is afhankelijk van de plaats van piercing en de nazorg.
Genezingsduur
• Boven- of onderlip: | 8-10 weken |
• Tong: | 4-6 weken |
• Oorlel en wenkbrauw: | 6-9 weken |
• Kraakbeen oor: | 3-9 maanden |
• Neus | 8-10 weken |
• Neustussenschot | 9-12 maanden |
• Bridge (tussen de ogen) | 4-6 maanden |
• Navel: | 6-12 maanden |
• Tepels: | 3-9 maanden |
• Fourchette (tussen scrotum en vagina) | 3-9 maanden |
• Kleine (binnenste) schaamlip | 4-8 weken |
• Grote (buitenste) schaamlip: | 1-6 maanden |
• Christina (tussen venusheuvel en schaamlippen) | 6-9 maanden |
• Clitoris of clitoriskapje | 4-8 weken |
• Triangle | 3-4 maanden |
• Voorhuid | 6-8 weken |
• Eikel | 1-6 maanden |
• Prince Albert (onder de eikel) | 4-6 weken |
• Reverse prince Albert | 4-6 maanden |
• Ampallang, apadravya (door de eikel) | 3-6 maanden |
• dydoe/pubis (door de rand rond de eikel) | 3-6 maanden |
• frenum / dolphin (riempje aan voorhuid) | 6 - 8 weken |
• Hafada (huid van het scrotum) | 6-8 weken |
• Guiche (tussen penis en anus) | 6-8 weken |
• Direct na het piercen kan de gepiercete plek rood worden en opzwellen. De eerste dagen kan de huid rond de piercing ook extra gevoelig zijn en pijn doen. Na enkele dagen moet de roodheid en pijn verdwenen zijn. Is dit niet het geval, raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts. Verwijder het sieraad niet zelf, maar laat dit door de arts doen.
• Tijdens de genezingstijd mag het sieraad niet verwijderd worden, tenzij er sprake is van een allergische reactie. Dit ter voorkoming van het dichtgroeien van de piercing en infectiegevaar. Ga ervan uit dat iedere piercing dichtgroeit binnen enkele dagen (de eerste 12 maanden zelfs binnen 1 dag).
Als u het juweel er niet in kan houden (voor bijvoorbeeld werk of school), dan kunt u beter geen piercing nemen.
• Gedurende de genezingstijd moet het ringetje of staafje voldoende ruimte hebben en niet te strak of te los zitten.
• Raak de piercing tijdens de genezingsperiode zo min mogelijk aan. Moet dat toch, was dan eerst de handen met antibacteriële zeep.
• Gebruik geen make-up artikelen of parfum rond een genezende piercing.
• Draag bij een bodypiercing (bv. tepel of navelpiercing etc) geen strakke of vuile kleding. Vermijd wrijving tijdens het dragen (door een BH of een strakke slip).
• U mag een bad of douche nemen, maar niet langdurig. Zorg er voor dat er geen zeep resten in de piercing achterblijven. Tijdens de eerste 3-4 weken, en bij een navelpiercing zelfs 2 manden, geen zwembad, bubbelbad, stoombad, sauna enz.
• Vermijd gedurende een maand de zon en zonnebank (de verse wond kan verbranden omdat de huid nog niet sterk genoeg is en het metaal wordt opgewarmd en dat kan infecties veroorzaken).
Wondzorg
Zolang de piercing een open wond is kunnen er bacteriën in komen, waardoor er pijnlijke en gevaarlijke infecties kunnen ontstaan.
• Was de omgeving van de wonde twee maal per dag met een milde ongeparfumeerde zeep totdat de wond geheel genezen is. Was altijd de handen voor u begint met de verzorging. Na 1 maand mag u afbouwen naar 1x daags spoelen.
Dep de omgeving van de wond na het wassen met een schone handdoek of een tissue droog. Houd de piercing na het wassen zoveel mogelijk droog.
• Wrijf de huid rond de piercing eventueel met een sterk verdunde, warme zeezoutoplossing. Dat geneest sneller en de kans op ontsteking wordt kleiner
• Smeer geen zalf, vaseline of iets degelijks op de wonde. Gebruik ook geen wonddesinfectiemiddelen zoals Sterilon of Betadine op de wonde. Zij vertragen de genezing.
• Gebruik geen pleisters of verband over de piercing, tenzij kortdurend wanneer u gaat sporten of vuil werk moet doen.
Specifieke nazorginstructie voor orale piercings
Een tong- of lippiercing (of andere piercing in de mond) verdient extra aandacht na eten, drinken en roken en na elk ander oraal contact.
• Niet kussen noch orale seks tijdens de eerste 2 tot 3 weken.
• Geen warm eten of drank de eerste week.
• Om de zwelling gedurende de eerste dagen te vermijden kan u op ijsblokjes en ontsmettende tabletten zuigen en het spreken beperken.
• Vermijd tijdens de eerste weken alcohol, cafeïne en roken. Geen kauwgom of knabbelen op een voorwerp (balpen bv.). Geen nagelbijten.
• Een mondpiercing moet in de eerste weken na elke maaltijd, na het drinken van koffie, thee, limonade enz. en na een sigaret gespoeld worden met Listerine. Na 4 weken moet u alleen 's avonds na het tandenpoetsen en voor het slapen gaan uw mond spoelen met Listerine.
• Poets geregeld de tanden en spoel zo nodig met mondwater op basis van een chloorhexidineoplossing.
Specifieke nazorginstructies voor genitale piercings
Geslachtspiercings rond de urinebuis hebben extra zorg nodig. Zeep in de urinebuis kan een blaasontsteking veroorzaken. Door ca. een uur voor het schoonmaken van de piercing een glas water te drinken worden zeepresten na het wassen sneller uitgeplast.
Tijdens de eerste 2 à 4 weken of langer indien u last ondervindt, mag u geen seksueel contact hebben. Tijdens de hele genezingsperiode moet een extra stevig condoom worden gebruikt bij seks.
Wanneer naar de dokter?
Wanneer u na het zetten van een piercing één of meerdere van de volgende symptomen hebt, kunt u het best naar de huisarts gaan. Er kan sprake zijn van een complicatie die behandeld moet worden.
• ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling, warmte, pijn)
• pusvorming
• een bloeding die niet vanzelf stopt
• uitgroei- of afstotingsverschijnselen
• andere symptomen die u niet vertrouwt
Na de genezing
Ook na het genezingsproces moet u voorzichtig zijn.
• Zorg bij een piercing in de mond dat de bolletjes altijd goed vastgeschroefd zijn (om inslikken te vermijden) en dat zich geen tandsteen vormt (zodat u ze niet meer kunt losschroeven). Controleer bij een tongpiercing elke morgen bij het tanden poetsen of de balletjes nog goed vastgeschroefd zijn.
• Pas wanneer uw piercing genezen is kunt u wisselen met een ander soort sieraad.
• Draag nooit gewone oorringen in piercings: deze zijn veel te dun en kunnen uitscheuren. De kwaliteit van het metaal is meestal veel lager dan van piercingjuwelen, waardoor de kans op infecties verhoogt.
• Indien u bloed wilt geven, moet u melden dat u een piercing hebt. U kan gedurende een bepaalde periode als bloeddonor geweigerd worden.
Met een piercing naar het ziekenhuis
Indien u voor een onderzoek of een behandeling naar het ziekenhuis moet, kan het nodig zijn dat het sieraad wordt verwijderd. Dat zal geval per geval worden beoordeeld. Indien sieraden in piercings in de weg zitten bij de behandeling of verzorging van de patiënt, dan dienen ze te worden verwijderd. Dat geldt bijvoorbeeld voor piercings op plaatsen die moeten gedesinfecteerd worden voor een operatie of die een reëel infectierisico opleveren voor de patiënt. Ook alle piercing-sieraden die op plaatsen zitten waar eventueel katheters worden ingebracht, bijvoorbeeld blaaskatheter of intravasale lijnen, moeten verwijderd worden. Ook in het werkgebied van de anesthesist mogen geen piercing-sieraden aanwezig zijn. |
Mag u als minderjarige een piercing of tatoeage laten aanbrengen?
Er bestaat in België geen formele leeftijdsgrens voor tatoeages of piercings. Minderjarigen (-18 jaar) vallen wettelijk gezien wel onder het ouderlijk gezag en hebben dus in principe de toelating van hun ouders (of voogd) nodig om een piercing of tatoeage te laten plaatsen. Wanneer minderjarigen tegen de zin van hun ouders toch een tatoeage of piercing laten plaatsen, kan dit leiden tot een conflict. Maar doordat er geen formele leeftijdsgrens opgelegd is hanteren de meeste shops de leeftijd van 16 jaar voor het zetten van piercings en 18 jaar voor het zetten van tatoeages.
Kinderen onder de 12 jaar mogen niet gepierced of getatoeëerd worden, met uitzondering van de oorlellen. Tussen de 12 en de 16 jaar mag een piercing of tatoeage alleen gezet worden wanneer tenminste één van de ouders of verzorgers erbij aanwezig is. Op deze leeftijd mogen geen piercings worden gezet bij de geslachtorganen en bij meisjes ook niet in de tepels. Vanaf 16 jaar zijn piercings overal toegestaan (m.u.v intieme piercings in de geslachtsorganen) en hoeven er geen ouders of verzorgers meer bij aanwezig te zijn. Wel rekenen wij op het gezond verstand van de persoon die de piercing laat zetten dat indien deze nog geen 18 jaar is er eerst overlegd wordt binnen de thuissituatie. Zodat er een conflict vermeden kan worden en de piercer de piercing ter goeder trouw kan plaatsen.
Mag de school piercings verbieden?
De school kan piercings verbieden of eisen dat ze afgedekt worden, op voorwaarde dat dit verbod uitdrukkelijk in het schoolreglement is opgenomen.
Hoe oud moet ik zijn voor het laten zetten van een piercing?
Alvorens het laten zetten van piercing kan de piercer vragen een toestemmingsformulier te ondertekenen. Bij twijfel over de leeftijd kan de piercer vragen naar jouw legitimatiebewijs.
Vanaf 16 jaar kan je zelf beslissen als je een piercing wil laten zetten en is er ook geen toestemming meer nodig van een volwassen persoon.
Ben je nog geen 16 jaar? Dan vragen wij de aanwezigheid van een volwassen persoon (liefst een van de ouders)
Deze persoon dient ook een document te ondertekenen waarmee hij de piercer de toestemming geeft om een piercing te plaatsen bij de minderjarige persoon.
Het toestemmingsformulier kan je HIER afdrukken.
Intieme piercings zetten wij echter pas vanaf 18 jaar.